Zoals veel docenten zul jij ook vast al voordelen zien in het lesgeven op afstand. Graag voeg ik er nog één aan toe: het begeleiden en coachen van leerlingen. In dit blog lees je wat deze vaardigheden precies inhouden en krijg je praktische tips om ze uit te breiden. Zowel voor nu als voor later in je klaslokaal.

Nu er minder gedoceerd wordt voor een groep en docenten meer materiaal aan het ontwikkelen zijn voor leerlingen, heeft er een automatische rolverandering plaatsgevonden. Docenten moeten aan de slag om het leerproces te monitoren en in te spelen op individuele behoeften bij leerlingen. We zijn dus meer bezig om begeleiding te bieden bij het gehele leerproces. We zetten daarbij een bril op die we niet vaak hoefden te dragen. Docenten vragen zich daarmee af “Hoe krijg ik al mijn leerlingen zover dat ze de gestelde leerdoelen bereiken?”

Communiceren als begeleider

Ten eerste is de manier van communiceren natuurlijk veranderd. We geven veel meer feedback aan individuele leerlingen dan in een klaslokaal. Bij het nakijken van opdrachten bijvoorbeeld. Dit kan heel kort zijn, maar iedere leerling komt voorbij. Daarbij wegen we onze woorden anders, immers zonder non-verbale communicatie moeten we ons soms voorzichtiger en duidelijker uitdrukken. Leerlingen hebben nu meer dan ooit behoefte aan contact en interactie. Elk compliment dat ze ontvangen is dan ook waardevol!

De leerling wil gezien worden in een tijd waarin hij/zij geen of weinig direct contact heeft met docenten en medeleerlingen. Dat betekent dat we ons heel bewust moeten zijn van elk signaal dat we afgeven. Dit signaal moet dus vooral opbouwend zijn en waarderend voor al het werk wat een leerling nu zelfstandig voor elkaar weet te boksen. Dit kan door een kleine zin bij een beoordeling: “Je hebt er wat moois van gemaakt!” of “Goed hoe je dit hebt omschreven.”

Ook kan er feedback worden gegeven die wat uitgebreider is maar minder frequent. Zet eens op een rij wat een leerling tot nu toe allemaal heeft gedaan en beschrijf hoe je dat als docent/mentor hebt ervaren. Welke (nieuwe) vaardigheden heeft de leerling allemaal ontwikkeld? Je maakt een mooi document speciaal voor die leerling.

Didactiek

Doordat we ons meer als begeleider opstellen van individuele leerlingen, zijn we meer gaan differentiëren. We proberen aan de verschillende leerstijlen te voldoen door genoeg afwisseling te zoeken in de opdrachten. En daarnaast proberen we ook voor alle niveaus voldoende uitdaging te behouden. Deze differentiatie kost docenten wel meer tijd, maar die kijk op maat is voor leerlingen ontzettend waardevol. Soms biedt een methode gelukkig al veel mogelijkheden en benutten we deze nu ook beter. Er is tijd om je als docent bewuster bezig te houden met datgene wat je online uitzet. We vervallen minder in een dagelijks ritme en structuur van uitleggen van basiskennis en toepassen in zelfstandige werktijd.

Coachen als docent

En dan ben je als docent dus ineens coach. Een rol van de leraar die steeds meer ontwikkeld wordt. De verantwoordelijkheid van het leren ligt bij de leerling en jij als docent/coach helpt de leerling bij het maken van de juiste keuzes binnen het leerproces. Wat een prachtige ontwikkeling die nu de ruimte heeft gekregen!

Als coach neem je afstand van een leerling, je moet loslaten. Iets wat ons dus nu noodgedwongen overkomt. Hoe mooi is het dat we die mogelijkheid verder kunnen benutten, zowel op afstand als straks weer in de klas? Er is nu één voorwaarde voor het goed kunnen coachen van onze leerlingen en dat is contact. Het moet inzichtelijk blijven hoe het met de leerling gaat. En een docent moet aan de hand van indirect en direct contact kunnen inzien waar de leerling staat in zijn leerproces. Die monitoring kan aan de hand van het gemaakte werk van een leerling, maar is vooral door persoonlijk contact waardevol. Fijn als dit live kan waarbij ook de onderliggende signalen kunnen worden opgepikt, maar dit kan ook via een mailwisseling. Zolang er maar contact is.

Coachen op afstand in de praktijk

Situationeel begeleiden (Hersey en Blanchard) kan je als docent helpen om leerlingen zo te begeleiden dat zij zich gehoord en gesteund voelen. Het laat ook het competentieniveau van de leerling zien.

In de golfbeweging zien we de verschillende stijlen van begeleiden van de docent. In de horizontale as staat de mate van sturing die een docent kan geven. In hoeverre neemt de docent het initiatief en geeft hij structuur. Op de verticale as zie je de mate van ondersteuning. Deze ligt meer op het vlak van motivatie en begeleiding in achterliggende problemen.

Bij het afstandsleren ziet dat er dan als volgt uit.

  1. Leiden. De docent neemt de leerling stap voor stap mee door de opdrachten en het leerwerk. Er is veel uitleg en er zijn veel mogelijkheden om de stof op verschillende manieren te bekijken en beluisteren.
  2. Begeleiden. De leerling beheerst de stof redelijk en kan uit de voeten met het aanbod, maar heeft meer sturing en concretere aanwijzingen nodig voor waar een opdracht aan moet voldoen. De docent moet de leerlingen die zichzelf lijken te overschatten in de gaten houden en deze leerlingen meer uitdagen met andere opdrachten die wel duidelijk gekaderd zijn. Voor deze leerlingen geldt in het algemeen dat ze antwoordmodellen binnen bereik willen hebben.
  3. Steunen. Na zoveel weken zelfstandig thuiswerken kan het natuurlijk voorkomen dat leerlingen de motivatie verloren hebben. Zaak is erachter te komen waar dat vandaan komt. Krijgen ze genoeg feedback van de docenten? Speelt er iets thuis? Of vinden ze de opdrachten niet aansluiten bij hun manier van leren of interesse? Probeer, ook in overleg met de collega’s, het programma inhoudelijk aan te passen waar mogelijk en laat de leerling daarin met voorstellen komen.
  4. Delegeren. Van de leerlingen in deze situatie heeft de docent over het algemeen heel weinig ‘last’. Het zijn de leerlingen die alles op tijd of eerder inleveren. Het heel graag goed willen doen en soms vragen om meer. Als docent is het verleidelijk om er weinig aandacht aan te besteden. Maar dat is de grote valkuil, juist deze leerlingen kunnen ook aandacht en bevestiging gebruiken. Sterker nog; een docent moet bewaken dat deze leerling ook af en toe op de rem trapt.

Coachen in het nieuwe normaal

Deze coachvaardigheden kunnen we in het nieuwe normaal natuurlijk ook toepassen. Hoe mooi is het dat we het nu kunnen oefenen op afstand en het straks als nieuwe tool mee kunnen nemen in het klaslokaal? Belangrijk is dat we vanuit die coachende bril moeten blijven kijken naar het leerproces per leerling. Ook al zit er straks weer een (kleine) groep voor je, blijf differentiëren. Pas de verwerkingsopdrachten aan in verschillende niveaus, of op basis van interesse. Geef in ieder geval voldoende keuzevrijheid aan de leerlingen om de stof te behandelen op hun eigen manier.

Blijf onderzoeken wat een specifieke leerling ervan weerhoudt om aan de slag te gaan. Wanneer iedereen aan de slag is met verwerking, kom op ooghoogte en bevraag een leerling naar zijn motivatie en interesse. Is er meer sturing nodig? Heeft deze leerling voldoende feedback gehad of weet hij het te vinden?

Blijf een docent en coach!

Door: Rachel Sierksma