Een schurend gesprek in de klas is zomaar begonnen. Iemand neemt stellig een positie in over iets uit de actualiteit of een beladen thema. Je wilt hier als docent ruimte voor bieden, want je wilt hen leren meningen uit te wisselen. Naar elkaar te luisteren en nieuwe perspectieven te onderzoeken. En in het ergste geval escalatie op dat moment te voorkomen.

Of je nu kiest voor een klassikale discussie, onderwijsleergesprek of een echt debat, jij bent als gespreksleider erg belangrijk voor een goed en veilig verloop van het gesprek. Jouw objectiviteit is daarbij van groot belang. Maar hoe blijf je objectief bij onderwerpen waar jij ook écht wel wat van vindt? In deze blog geven we praktische tips.

  1. Ken je eigen mening en voorkom vooroordelen.

Zodra je bewust bent van je eigen mening is het makkelijker om deze te herkennen in anderen. Hiermee voorkom je ook dat je mee wilt knikken, praten of bevestigen. Jouw mening is niet relevant. Deel deze dan ook alleen als je er een duidelijk algemeen doel mee bereikt. Luister oprecht en vat samen wat er gezegd wordt. Hiermee laat je zien dat je de mening van de student hebt begrepen, zonder dat je daarmee je eigen mening verkondigt of hieraan hebt verbonden.

  1. Gebruik neutraal taalgebruik.

Tijdens een heftig gesprek kun je woorden het beste zorgvuldig kiezen. Zeg bijvoorbeeld liever: “Goed dat je je standpunt deelt, wie wil ook haar mening geven?” in plaats van “Ik begrijp je helemaal, wat vindt de rest hiervan?”

Benoem ook dat onderwerpen veel op kunnen roepen door te zeggen dat het onderwerp complex is of dat mensen er verschillend naar kunnen kijken. Merk je dat er weinig nuance is in de standpunten van je klas? Denk bijvoorbeeld eens aan deze opties:

  • Vraag waarom sommige mensen het misschien niet eens zouden zijn met het gegeven standpunt en waarom.
  • Laat de studenten voor- en tegen argumenten opschrijven voor een stelling over het onderwerp.
  • Verdeel de groepen in voor- en tegenstanders en laat hen met elkaar in discussie gaan.

Daarnaast is neutraliteit ook non-verbaal natuurlijk duidelijk te zien voor studenten. Bedenk je dat studenten met elkáár in gesprek moeten gaan en niet jou moeten overtuigen. Door niet te veel te laten blijken met je expressie wat je ervan vindt, zullen studenten zich sneller richten op de klas.

  1. Stel algemene vragen ter verdieping.

Als je wilt zorgen voor een objectieve benadering kun je het onderwerp eerst uitkleden. Wordt bijvoorbeeld geroepen: “Alle asielzoekers zijn terroristen.” Zet het dan stop en stel eerst vragen over wat volgens de studenten de betekenis is van terrorisme en asielzoekers. Laat hen dat bespreken of onderzoeken, klassikaal in kleine groepen of individueel.

Wil je leren hoe je dit in de praktijk toepast? Of jouw rol als docent bij schurende gesprekken oefenen? Onze training ‘Schurende gesprekken in de klas’ is nu gratis te volgen met jouw team door het inzetten van de subsidie van Expertisepunt Burgerschap.